Duitse synoniemen van Heimreise, ander woord voor Heimreise

Overzicht

Duits Synoniemen: Meer gegevens...

Heimreise:
- Rückkehr; Heimreise; Rückwechsel; Ankunft; Heimkunft; Comeback; Heimkehr; Heimkünfte; Heimfahrt

Duits

Uitgebreide synoniemen voor Heimreise in het Duits

die Heimreise
die Rückkehr; die Heimreise; der Rückwechsel; die Ankunft; die Heimkunft; der Comeback; die Heimkehr; die Heimkünfte
- Rückkehr [die ~] zelfstandig naamwoord
- Heimreise [die ~] zelfstandig naamwoord
- Rückwechsel [der ~] zelfstandig naamwoord
- Ankunft [die ~] zelfstandig naamwoord
- Heimkunft [die ~] zelfstandig naamwoord
- Comeback [der ~] zelfstandig naamwoord
- Heimkehr [die ~] zelfstandig naamwoord
- Heimkünfte [die ~] zelfstandig naamwoord
die Heimreise
die Heimfahrt; die Heimreise; die Rückkehr
- Heimfahrt [die ~] zelfstandig naamwoord
- Heimreise [die ~] zelfstandig naamwoord
- Rückkehr [die ~] zelfstandig naamwoord
die Heimreise
die Heimkehr; die Rückkehr; die Heimkunft; die Ankunft; die Heimreise
- Heimkehr [die ~] zelfstandig naamwoord
- Rückkehr [die ~] zelfstandig naamwoord
- Heimkunft [die ~] zelfstandig naamwoord
- Ankunft [die ~] zelfstandig naamwoord
- Heimreise [die ~] zelfstandig naamwoord
die Heimreise
die Rückkehr; der Comeback; die Ankunft; die Heimkehr; die Heimreise; die Heimkunft; die Heimkünfte
- Rückkehr [die ~] zelfstandig naamwoord
- Comeback [der ~] zelfstandig naamwoord
- Ankunft [die ~] zelfstandig naamwoord
- Heimkehr [die ~] zelfstandig naamwoord
- Heimreise [die ~] zelfstandig naamwoord
- Heimkunft [die ~] zelfstandig naamwoord
- Heimkünfte [die ~] zelfstandig naamwoord