Duits

Uitgebreide synoniemen voor Kette in het Duits

Kette:

Kette [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Kette
    die Kette; die Halsschnur; die Verkettung
  2. die Kette
    die Kette
    • Kette [die ~] zelfstandig naamwoord
  3. die Kette
    die Reihe; die Serie; die Kette; die Reihenfolge; die Folge; die Verkettung; die Aneinanderreihung; die Abfolge; die Erkettung
  4. die Kette
    die Halskette; die Kette
    • Halskette [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Kette [die ~] zelfstandig naamwoord
  5. die Kette
    der Stau; die Reihe; die Schlange; die Kolonne; die Kette; die Serie; die Stauung; die Stockung
    • Stau [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Reihe [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Schlange [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Kolonne [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Kette [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Serie [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Stauung [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Stockung [die ~] zelfstandig naamwoord
  6. die Kette
    die Linie; die Zeile; die Reihe; die Schlange; die Leine; die Kette; die Serie
    • Linie [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Zeile [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Reihe [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Schlange [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Leine [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Kette [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Serie [die ~] zelfstandig naamwoord
  7. die Kette
    die Serie; die Reihenfolge; die Reihe; die Folge; die Kette; die Verkettung; die Aneinanderreihung

Alternatieve synoniemen voor "Kette":