Duits

Uitgebreide synoniemen voor Liebling in het Duits

Liebling:

Liebling [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Liebling
    der Liebling; Herzchen
  2. der Liebling
    Schätzchen; der Schatz; der Liebste; die Liebe; Herzchen; Liebchen; der Liebling; die Geliebte; Lieb
    • Schätzchen [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Schatz [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Liebste [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Liebe [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Herzchen [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Liebchen [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Liebling [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Geliebte [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Lieb [das ~] zelfstandig naamwoord
  3. der Liebling
    Herzchen; der Liebling; Liebchen; der Liebste; die Freundin; die Geliebte; der Liebhaber; der Freund; der Geliebter
  4. der Liebling
    die Freundin; die Geliebte; der Geliebter; der Freund; der Liebhaber; Liebchen; der Liebling; der Liebste
  5. der Liebling
    Schätzchen; der Liebling
  6. der Liebling
    Schnuckelchen; der Liebling; Herzchen
  7. der Liebling
    der Liebling; Hätschelkind
  8. der Liebling
    der Schatz; der Liebling; Liebchen; Herzchen; Schätzchen; Püppchen

Alternatieve synoniemen voor "Liebling":


Verwante synoniemen voor Liebling