Duits

Uitgebreide synoniemen voor Meister in het Duits

Meister:

Meister [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Meister
    der Meister; der Maestro
    • Meister [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Maestro [der ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Meister
    der Vorarbeiter; der Werkmeister; der Kolonnenführer; der Schachtmeister; der Polier; der Hüttenmeister; der Partieführer; der Meister; der Sägemeister
  3. der Meister
    der Meister
    • Meister [der ~] zelfstandig naamwoord

Alternatieve synoniemen voor "Meister":