Duits

Uitgebreide synoniemen voor Schick in het Duits

Schick:

Schick [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Schick
    die Finesse; der Schick; die Eleganz; die Feinheit; Raffinement
    • Finesse [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Schick [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Eleganz [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Feinheit [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Raffinement [das ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Schick
    der Anstand; die Höflichkeit; die Anstandslehre; die Sittlichkeit; der Schick; die Ehrlichkeit; die Sittsamkeit