Overzicht


Duits

Uitgebreide synoniemen voor Schimmern in het Duits

Schimmern:

Schimmern [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Schimmern
    die Schimmern; der Häuche

Schimmern [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Schimmern
    Schimmern; Flimmern; Glänzen; Glitzern; Funkeln
  2. Schimmern
    Funkeln; Flimmern; Blitzen; Schimmern
    • Funkeln [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Flimmern [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Blitzen [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Schimmern [das ~] zelfstandig naamwoord