Home ->Woordenboeken ->Duits/Duits ->Vertaal Schmähung

Synoniemen voor "Schmähung" in het Duits

Overzicht

Duits Synoniemen: Meer gegevens...

Schmähung:
- Schmähung; Beleidigung; Beschimpfung; Verhöhnung; Verletzung; Beschwerde; Kränkung; Gejohle; Hohngelächter; Spott; Verleumdung; Schande; Verspottung; Gespött; Lästerung; Johlen

Duits

Uitgebreide synoniemen voor Schmähung in het Duits

Schmähung:

Schmähung [die ~] zelfstandig naamwoord

die Schmähung
die Schmähung
- Schmähung [die ~] zelfstandig naamwoord
die Schmähung
die Beleidigung; die Beschimpfung; die Verhöhnung; die Schmähung
- Beleidigung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Beschimpfung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Verhöhnung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Schmähung [die ~] zelfstandig naamwoord
die Schmähung
die Verletzung; die Beschwerde; die Kränkung; die Schmähung
- Verletzung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Beschwerde [die ~] zelfstandig naamwoord
- Kränkung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Schmähung [die ~] zelfstandig naamwoord
die Schmähung
Gejohle; Hohngelächter; der Spott; die Verleumdung; die Schande; die Verhöhnung; die Schmähung; die Verspottung; Gespött; die Lästerung; Johlen
- Gejohle [das ~] zelfstandig naamwoord
- Hohngelächter [das ~] zelfstandig naamwoord
- Spott [der ~] zelfstandig naamwoord
- Verleumdung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Schande [die ~] zelfstandig naamwoord
- Verhöhnung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Schmähung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Verspottung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Gespött [das ~] zelfstandig naamwoord
- Lästerung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Johlen [das ~] zelfstandig naamwoord

Alternatieve synoniemen voor "Schmähung":

Affront; Beleidigung; Insultation; Invektive; Kränkung; Verleumdung