Duits

Uitgebreide synoniemen voor Sperrung in het Duits

Sperrung:

Sperrung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Sperrung
    die Sperrung; die Versperrung; die Barrikade; die Sperre
  2. die Sperrung
    die Stagnation; die Sperrung; die Stauung
  3. die Sperrung
    Verbot; die Sperrung
    • Verbot [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Sperrung [die ~] zelfstandig naamwoord
  4. die Sperrung
    die Sperrung; die Hemmung; die Stockung
    • Sperrung [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Hemmung [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Stockung [die ~] zelfstandig naamwoord
  5. die Sperrung
    die Blokkade; die Sperrung; die Sperre; die Straßensperre
  6. die Sperrung
    der Schlagbaum; die Schranke; der Sperrbaum; die Sperre; die Sperrung; die Absperrung
  7. die Sperrung
    die Straßensperre; die Sperre; die Sperrung; die Barrikade; die Versperrung
  8. die Sperrung
    die Sperrung
    • Sperrung [die ~] zelfstandig naamwoord

Alternatieve synoniemen voor "Sperrung":

  • Blockierung; Hemmung; Inhibition; vorübergehende Aufhebung