Duits

Uitgebreide synoniemen voor Splitter in het Duits

Splitter:

Splitter [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Splitter
    der Späne; die Splitter
    • Späne [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Splitter [die ~] zelfstandig naamwoord

Splitter [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Splitter
    der Schwung; die Haarlocke; die Locke; die Spirale; der Kringel; die Welle; die Schnecke; der Schnitzel; der Splitter; die Schuppe; der Span; der Schnörkel
    • Schwung [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Haarlocke [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Locke [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Spirale [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Kringel [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Welle [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Schnecke [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Schnitzel [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Splitter [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Schuppe [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Span [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Schnörkel [der ~] zelfstandig naamwoord

Alternatieve synoniemen voor "Splitter":