Home ->Woordenboeken ->Duits/Duits ->Vertaal Stöhnen

Synoniemen voor "Stöhnen" in het Duits

Overzicht

Duits Synoniemen: Meer gegevens...

Stöhnen:
- Gejammer; Stöhnen; Flehen; Geheul; Gebell; Jammern; Gewinsel; Gewimmer; Geklage; Geächze; Klagen; Gemecker; Genörgel; Geschimpfe; Schimpferei

Duits

Uitgebreide synoniemen voor Stöhnen in het Duits

Stöhnen:

Stöhnen [das ~] zelfstandig naamwoord

Stöhnen
Gejammer; Stöhnen; Flehen; Geheul; Gebell; Jammern; Gewinsel; Gewimmer; Geklage; Geächze
- Gejammer [das ~] zelfstandig naamwoord
- Stöhnen [das ~] zelfstandig naamwoord
- Flehen [das ~] zelfstandig naamwoord
- Geheul [das ~] zelfstandig naamwoord
- Gebell [das ~] zelfstandig naamwoord
- Jammern [das ~] zelfstandig naamwoord
- Gewinsel [das ~] zelfstandig naamwoord
- Gewimmer [das ~] zelfstandig naamwoord
- Geklage [das ~] zelfstandig naamwoord
- Geächze [das ~] zelfstandig naamwoord
Stöhnen
Klagen; Geklage; Gemecker; Stöhnen; Gejammer; Genörgel
- Klagen [das ~] zelfstandig naamwoord
- Geklage [das ~] zelfstandig naamwoord
- Gemecker [das ~] zelfstandig naamwoord
- Stöhnen [das ~] zelfstandig naamwoord
- Gejammer [das ~] zelfstandig naamwoord
- Genörgel [das ~] zelfstandig naamwoord
Stöhnen
Gejammer; die Klagen; Stöhnen; Gemecker; Geheul; Genörgel; Geschimpfe; die Schimpferei; Geklage
- Gejammer [das ~] zelfstandig naamwoord
- Klagen [die ~] zelfstandig naamwoord
- Stöhnen [das ~] zelfstandig naamwoord
- Gemecker [das ~] zelfstandig naamwoord
- Geheul [das ~] zelfstandig naamwoord
- Genörgel [das ~] zelfstandig naamwoord
- Geschimpfe [das ~] zelfstandig naamwoord
- Schimpferei [die ~] zelfstandig naamwoord
- Geklage [das ~] zelfstandig naamwoord