Duits

Uitgebreide synoniemen voor Stauung in het Duits

Stauung:

Stauung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Stauung
    die Verkehrsstauung; der Stau; die Stauung
  2. die Stauung
    die Stagnation; die Sperrung; die Stauung
  3. die Stauung
    die Stauung
    • Stauung [die ~] zelfstandig naamwoord
  4. die Stauung
    der Stau; die Reihe; die Schlange; die Kolonne; die Kette; die Serie; die Stauung; die Stockung
    • Stau [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Reihe [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Schlange [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Kolonne [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Kette [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Serie [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Stauung [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Stockung [die ~] zelfstandig naamwoord
  5. die Stauung
    die Verstopfung; die Stauung; die Stockung
  6. die Stauung
    die Stagnation; der Stillstand; die Verstopfung; die Stauung; Stauen; die Stockung
  7. die Stauung
    die Verstopfung; die Konstipation; die Stauung

Alternatieve synoniemen voor "Stauung":

  • Autoschlange; Blechlawine; Engpass; Rückstau; Stau; Verkehrsstau; zähfließender Verkehr