Overzicht
Duits Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. Wohnort:


Duits

Uitgebreide synoniemen voor Wohnort in het Duits

Wohnort:

Wohnort [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Wohnort
    der Wohnplatz; der Wohnort; der Wohnsitz
  2. der Wohnort
    die Wohnung; Zuhause; Heim; der Wohnort; der Sitz; der Wohnsitz
    • Wohnung [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Zuhause [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Heim [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Wohnort [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Sitz [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Wohnsitz [der ~] zelfstandig naamwoord

Alternatieve synoniemen voor "Wohnort":