Overzicht
Duits Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. Zähne:


Duits

Uitgebreide synoniemen voor Zähne in het Duits

Zähne:

Zähne [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Zähne
    der Zähne; Gebiß
    • Zähne [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Gebiß [das ~] zelfstandig naamwoord

Zähne [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Zähne
    der Zahn; die Zähne
    • Zahn [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Zähne [die ~] zelfstandig naamwoord

Alternatieve synoniemen voor "Zähne":

  • Beißer; Gebiss; Kauleiste

Verwante synoniemen voor Zähne