Duits

Uitgebreide synoniemen voor Ziel in het Duits

Ziel:

Ziel [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Ziel
    Ziel; der Zweck; die Zielsetzung
    • Ziel [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Zweck [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Zielsetzung [die ~] zelfstandig naamwoord
  2. Ziel
    Ziel; der Zielpunkt; die Zielscheibe
  3. Ziel
    die Bestimmung; die Reisebestimmung; Ziel
  4. Ziel
    Tor bei einem Fußballspiel; der Zweck; Ziel; die Absicht; die Zielscheibe; Endziel
  5. Ziel
    Finish; Ziel; die Ziellinie
    • Finish [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Ziel [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Ziellinie [die ~] zelfstandig naamwoord
  6. Ziel
    die Intention; die Absicht; der Vorsatz; Ziel; der Zweck; der Endzweck
    • Intention [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Absicht [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Vorsatz [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Ziel [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Zweck [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Endzweck [der ~] zelfstandig naamwoord
  7. Ziel
    Ziel
    • Ziel [das ~] zelfstandig naamwoord
  8. Ziel
    Ziel; Zielanbieter

Alternatieve synoniemen voor "Ziel":


Verwante synoniemen voor Ziel