Duits

Uitgebreide synoniemen voor Zusatz in het Duits

Zusatz:

Zusatz [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Zusatz
    der Zusatz; die Anfüllung; die Ergänzung; die Zufügung; Supplement; die Beifügung; der Nachtrag; die Erweiterung; der Anhang; der Appendix
  2. der Zusatz
    die Zufügung; der Zusatz; der Additiv; die Beifügung
  3. der Zusatz
    der Zusatz; die Zufügung; die Hinzufügung; die Zulage; die Beifügung; der Additiv; Supplement

Alternatieve synoniemen voor "Zusatz":