Duits

Uitgebreide synoniemen voor Zweig in het Duits

Zweig:

Zweig [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Zweig
    der Zweig; der Ast; der Baumzweig
    • Zweig [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Ast [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Baumzweig [der ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Zweig
    der Zweig; Fach
    • Zweig [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Fach [das ~] zelfstandig naamwoord
  3. der Zweig
    die Nachkommenschaft; der Abkomme; der Sproß; der Sprößling; die Nachkommen; der Abkömmling; die Kinder; der Erbe; der Zweig; Geschlecht

Alternatieve synoniemen voor "Zweig":

  • Ast; Reiser; verholzter Trieb; Pflanzenteil; Teil einer Pflanze
  • Gerte; Rute
  • Nebenlinie; Nebenzweig; Schiene; Seitenast

Verwante synoniemen voor Zweig