Duits

Uitgebreide synoniemen voor aus in het Duits

aus:

aus bijvoeglijk naamwoord

  1. aus
    aus; fertig; beendet; klar; erledigt; geschafft; vollendet; einsatzbereit; parat; bereit
  2. aus
    vollendet; beendet; fertig; aus
  3. aus
    daraus; aus; aushäusig

Alternatieve synoniemen voor "aus":


Verwante synoniemen voor aus