Overzicht
Duits Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. ausspritzen:


Duits

Uitgebreide synoniemen voor ausspritzen in het Duits

ausspritzen:

ausspritzen werkwoord

  1. ausspritzen
    spritzen; ausspritzen; ausblasen
    • spritzen werkwoord (spritze, spritzt, spritzte, spritztet, gespritzt)
    • ausspritzen werkwoord
    • ausblasen werkwoord (blase aus, blast aus, blaste aus, blastet aus, ausgeblast)