Duitse synoniemen van belasten, ander woord voor belasten

Overzicht

Duits Synoniemen: Meer gegevens...

belasten:
- belasten; einladen; laden; aufladen; beladen; befrachten; elektricität aufladen; beschweren; erschweren; verstärken; schwerer machen; Schwerer machen

Duits

Uitgebreide synoniemen voor belasten in het Duits

belasten
belasten; einladen; laden; aufladen; beladen; befrachten; elektricität aufladen
- belasten werkwoord (belaste, belastest, belastet, belastete, belastetet, belastet)
- einladen werkwoord (lade ein, lädst ein, lädt ein, lud ein, ludet ein, eingeladen)
- laden werkwoord (lade, lädst, lädt, ladete, ladetet, geladen)
- aufladen werkwoord (lade auf, lädst auf, lädt auf, lud auf, ludet auf, aufgeladen)
- beladen werkwoord (belade, belädst, belädt, belud, beludet, beladen)
- befrachten werkwoord (befrachte, befrachtest, befrachtet, befrachtete, befrachtetet, befrachtet)
- elektricität aufladen werkwoord
belasten
beschweren; erschweren; belasten; verstärken; beladen; schwerer machen; Schwerer machen
- beschweren werkwoord (beschwere, beschwerst, beschwert, beschwerte, beschwertet, beschwert)
- erschweren werkwoord
- belasten werkwoord (belaste, belastest, belastet, belastete, belastetet, belastet)
- verstärken werkwoord (verstärke, verstärkst, verstärkt, verstärkte, verstärktet, verstärkt)
- beladen werkwoord (belade, belädst, belädt, belud, beludet, beladen)
- schwerer machen werkwoord
- Schwerer machen werkwoord
belasten
belasten
- belasten werkwoord (belaste, belastest, belastet, belastete, belastetet, belastet)

1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

aufbürden; auferlegen; aufladen; auflasten; beladen; bepacken; beschweren; oktruieren; schlauchen; strapazieren