Duits

Uitgebreide synoniemen voor betreten in het Duits

betreten:

betreten bijvoeglijk naamwoord

  1. betreten
    betreten; bedripst; niedergedrückt; belemmert
  2. betreten
    entgeistert; betreten; verwirrt; bestürzt; verdutzt; konfus; bedripst
  3. betreten
    erschüttert; erschreckt; entsetzt; eingeschüchtert; betreten; fassungslos; ängstlich; bestürzt
  4. betreten
    entsetzt; baff; erstaunt; betroffen; betreten; fassungslos; erschüttert; bestürzt; verdutzt; verblüfft; perplex

betreten werkwoord

  1. betreten
    betreten

Alternatieve synoniemen voor "betreten":