Duits
Uitgebreide synoniemen voor bewegt in het Duits
bewegt:
-
bewegt
-
bewegt
-
bewegt
-
bewegt
gerührt; sentimental; bewegt-
gerührt bijvoeglijk naamwoord
-
sentimental bijvoeglijk naamwoord
-
bewegt bijvoeglijk naamwoord
-
-
bewegt
grimmig; hemmungslos; gellend; hell; hart; scharf; grob; leidenschaftlich; grell; heftig; bewegt; stürmisch; hitzig; höllisch; jähzornig; temperamentvoll; klirrend; ungestüm; unbeherrscht; auffahrend-
grimmig bijvoeglijk naamwoord
-
hemmungslos bijvoeglijk naamwoord
-
gellend bijvoeglijk naamwoord
-
hell bijvoeglijk naamwoord
-
hart bijvoeglijk naamwoord
-
scharf bijvoeglijk naamwoord
-
grob bijvoeglijk naamwoord
-
leidenschaftlich bijvoeglijk naamwoord
-
grell bijvoeglijk naamwoord
-
heftig bijvoeglijk naamwoord
-
bewegt bijvoeglijk naamwoord
-
stürmisch bijvoeglijk naamwoord
-
hitzig bijvoeglijk naamwoord
-
höllisch bijvoeglijk naamwoord
-
jähzornig bijvoeglijk naamwoord
-
temperamentvoll bijvoeglijk naamwoord
-
klirrend bijvoeglijk naamwoord
-
ungestüm bijvoeglijk naamwoord
-
unbeherrscht bijvoeglijk naamwoord
-
auffahrend bijvoeglijk naamwoord
-
bewegen:
-
bewegen
-
bewegen
-
bewegen
-
bewegen
-
bewegen
-
bewegen
-
bewegen
-
bewegen
-
bewegen
-
bewegen
-
bewegen
-
bewegen
Conjugations for bewegen:
Präsens
- bewege
- bewegst
- bewegt
- bewegen
- bewegt
- bewegen
Imperfekt
- bewegte
- bewegtest
- bewegte
- bewegten
- bewegtet
- bewegten
Perfekt
- habe bewegt
- hast bewegt
- hat bewegt
- haben bewegt
- habt bewegt
- haben bewegt
1. Konjunktiv [1]
- bewege
- bewegest
- bewege
- bewegen
- beweget
- bewegen
2. Konjunktiv
- bewegte
- bewegtest
- bewegte
- bewegten
- bewegtet
- bewegten
Futur 1
- werde bewegen
- wirst bewegen
- wird bewegen
- werden bewegen
- werdet bewegen
- werden bewegen
1. Konjunktiv [2]
- würde bewegen
- würdest bewegen
- würde bewegen
- würden bewegen
- würdet bewegen
- würden bewegen
Diverses
- beweg!
- bewegt!
- bewegen Sie!
- bewegt
- bewegend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie