Duits
Uitgebreide synoniemen voor geleckt in het Duits
geleckt:
-
geleckt
geleckt; geschliffen; poliert; geputzt-
geleckt bijvoeglijk naamwoord
-
geschliffen bijvoeglijk naamwoord
-
poliert bijvoeglijk naamwoord
-
geputzt bijvoeglijk naamwoord
-
-
geleckt
genau; korrekt; knapp; eigen; pünktlich; sorgfältig; treffend; strikt; hauchdünn; akkurat; hauchzart; geleckt; haargenau; hauchfein; haarscharf; tipp-topp; haarklein; haarfein; piekfein-
genau bijvoeglijk naamwoord
-
korrekt bijvoeglijk naamwoord
-
knapp bijvoeglijk naamwoord
-
eigen bijvoeglijk naamwoord
-
pünktlich bijvoeglijk naamwoord
-
sorgfältig bijvoeglijk naamwoord
-
treffend bijvoeglijk naamwoord
-
strikt bijvoeglijk naamwoord
-
hauchdünn bijvoeglijk naamwoord
-
akkurat bijvoeglijk naamwoord
-
hauchzart bijvoeglijk naamwoord
-
geleckt bijvoeglijk naamwoord
-
haargenau bijvoeglijk naamwoord
-
hauchfein bijvoeglijk naamwoord
-
haarscharf bijvoeglijk naamwoord
-
tipp-topp bijvoeglijk naamwoord
-
haarklein bijvoeglijk naamwoord
-
haarfein bijvoeglijk naamwoord
-
piekfein bijvoeglijk naamwoord
-
-
geleckt
poliert; geputzt; saubergemacht; geschliffen; geleckt-
poliert bijvoeglijk naamwoord
-
geputzt bijvoeglijk naamwoord
-
saubergemacht bijvoeglijk naamwoord
-
geschliffen bijvoeglijk naamwoord
-
geleckt bijvoeglijk naamwoord
-
lecken:
-
lecken
-
lecken
-
lecken
-
lecken
triefen; laufen; tropfen; lecken; abtropfen; durchsickern; auslecken; herauströpfeln; durchfallen; sickern; tröpfeln-
durchsickern werkwoord (durchsickere, durchsickerst, durchsickert, durchsickerte, durchsickertet, durchgesickert)
-
herauströpfeln werkwoord (tröpfle heraus, tröpfelst heraus, tröpfelt heraus, tröpfelte heraus, tröpfeltet heraus, herausgeströpfelt)
-
durchfallen werkwoord (falle durch, fällst durch, fällt durch, fiel durch, fielt durch, durchgefallen)
Conjugations for lecken:
Präsens
- lecke
- leckst
- leckt
- lecken
- leckt
- lecken
Imperfekt
- leckte
- lecktest
- leckte
- leckten
- lecktet
- leckten
Perfekt
- habe geleckt
- hast geleckt
- hat geleckt
- haben geleckt
- habt geleckt
- haben geleckt
1. Konjunktiv [1]
- lecke
- leckest
- lecke
- lecken
- lecket
- lecken
2. Konjunktiv
- leckte
- lecktest
- leckte
- leckten
- lecktet
- leckten
Futur 1
- werde lecken
- wirst lecken
- wird lecken
- werden lecken
- werdet lecken
- werden lecken
1. Konjunktiv [2]
- würde lecken
- würdest lecken
- würde lecken
- würden lecken
- würdet lecken
- würden lecken
Diverses
- leck!
- leckt!
- lecken Sie!
- geleckt
- leckend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie