Overzicht
Duits Synoniemen: Meer gegevens...
-
gerade:
- gerade; neulich; vorhin; gerade eben; schlicht; glatthaarig; eben; zur Zeit; jetzt; stehend; aufrecht; soeben; eben noch; gründlich; genau; pünktlich; sorgfältig; korrekt; sicher; akkurat; gewissenhaft; skrupulös; konsequent; strikt; offen; frei; streng; unerbittlich; gebieterisch; linear; fadengerade; geradlinig; offenherzig; aufrichtig; ehrlich; pur; gerecht; fair; treuherzig; treugesinnt; fein; geradeheraus; recht
Duits
Uitgebreide synoniemen voor gerade in het Duits
gerade:
-
gerade
-
gerade
-
gerade
gerade; schlicht; glatthaarig-
gerade bijvoeglijk naamwoord
-
schlicht bijvoeglijk naamwoord
-
glatthaarig bijvoeglijk naamwoord
-
-
gerade
-
gerade
-
gerade
-
gerade
gerade; soeben; gerade eben; eben; eben noch-
gerade bijvoeglijk naamwoord
-
soeben bijvoeglijk naamwoord
-
gerade eben bijvoeglijk naamwoord
-
eben bijvoeglijk naamwoord
-
eben noch bijvoeglijk naamwoord
-
-
gerade
gründlich; genau; pünktlich; gerade; sorgfältig; korrekt; sicher; akkurat; gewissenhaft; skrupulös; konsequent; strikt-
gründlich bijvoeglijk naamwoord
-
genau bijvoeglijk naamwoord
-
pünktlich bijvoeglijk naamwoord
-
gerade bijvoeglijk naamwoord
-
sorgfältig bijvoeglijk naamwoord
-
korrekt bijvoeglijk naamwoord
-
sicher bijvoeglijk naamwoord
-
akkurat bijvoeglijk naamwoord
-
gewissenhaft bijvoeglijk naamwoord
-
skrupulös bijvoeglijk naamwoord
-
konsequent bijvoeglijk naamwoord
-
strikt bijvoeglijk naamwoord
-
-
gerade
-
gerade
strikt; streng; unerbittlich; gerade; genau; gewissenhaft; gebieterisch-
strikt bijvoeglijk naamwoord
-
streng bijvoeglijk naamwoord
-
unerbittlich bijvoeglijk naamwoord
-
gerade bijvoeglijk naamwoord
-
genau bijvoeglijk naamwoord
-
gewissenhaft bijvoeglijk naamwoord
-
gebieterisch bijvoeglijk naamwoord
-
-
gerade
linear; fadengerade; geradlinig; gerade-
linear bijvoeglijk naamwoord
-
fadengerade bijvoeglijk naamwoord
-
geradlinig bijvoeglijk naamwoord
-
gerade bijvoeglijk naamwoord
-
-
gerade
offenherzig; aufrichtig; ehrlich; offen; pur; gerecht; fair; gerade; treuherzig; treugesinnt; fein; geradeheraus-
offenherzig bijvoeglijk naamwoord
-
aufrichtig bijvoeglijk naamwoord
-
ehrlich bijvoeglijk naamwoord
-
offen bijvoeglijk naamwoord
-
pur bijvoeglijk naamwoord
-
gerecht bijvoeglijk naamwoord
-
fair bijvoeglijk naamwoord
-
gerade bijvoeglijk naamwoord
-
treuherzig bijvoeglijk naamwoord
-
treugesinnt bijvoeglijk naamwoord
-
fein bijvoeglijk naamwoord
-
geradeheraus bijvoeglijk naamwoord
-
-
gerade