Duits
Uitgebreide synoniemen voor seinerzeitig in het Duits
seinerzeitig:
-
seinerzeitig
früher; vorig; ehemalig; seinerzeitig-
früher bijvoeglijk naamwoord
-
vorig bijvoeglijk naamwoord
-
ehemalig bijvoeglijk naamwoord
-
seinerzeitig bijvoeglijk naamwoord
-
-
seinerzeitig
derzeitig; seinerzeitig; früher-
derzeitig bijvoeglijk naamwoord
-
seinerzeitig bijvoeglijk naamwoord
-
früher bijvoeglijk naamwoord
-