Duits

Uitgebreide synoniemen voor unbegrenzt in het Duits

unbegrenzt:

unbegrenzt bijvoeglijk naamwoord

  1. unbegrenzt
    unbegrenzt; unlimitiert; unbeschränkt; endlos; uneingeschränkt; unendlich; grenzenlos
  2. unbegrenzt
    unlimitiert; unbegrenzt; unbeschränkt; uneingeschränkt; grenzenlos
  3. unbegrenzt
    grenzenlos; unbegrenzt

Alternatieve synoniemen voor "unbegrenzt":