Overzicht
Duits Synoniemen: Meer gegevens...
-
unberührt:
- hartherzig; unberührt; emotielos; rein; unangetastet; gleichgültig; gelassen; unversehrt; unbewegt; unerschütterlich; teilnahmslos; unbeteiligt; ungerührt; jungfraulich; pur; jungfräulich; ganz; fehlerfrei; unbeschädigt; unverfälscht; unbefleckt; unbenutzt; neu; ungebraucht; ledig; leer; heil; frisch; intakt; nichtig; freistehend; ungekünstelt; ungekürzt
Duits
Uitgebreide synoniemen voor unberührt in het Duits
unberührt:
-
unberührt
hartherzig; unberührt; emotielos-
hartherzig bijvoeglijk naamwoord
-
unberührt bijvoeglijk naamwoord
-
emotielos bijvoeglijk naamwoord
-
-
unberührt
unberührt; rein; unangetastet; gleichgültig; gelassen; unversehrt; unbewegt-
unberührt bijvoeglijk naamwoord
-
rein bijvoeglijk naamwoord
-
unangetastet bijvoeglijk naamwoord
-
gleichgültig bijvoeglijk naamwoord
-
gelassen bijvoeglijk naamwoord
-
unversehrt bijvoeglijk naamwoord
-
unbewegt bijvoeglijk naamwoord
-
-
unberührt
unerschütterlich; unberührt; teilnahmslos; gelassen; unbeteiligt; ungerührt; unbewegt-
unerschütterlich bijvoeglijk naamwoord
-
unberührt bijvoeglijk naamwoord
-
teilnahmslos bijvoeglijk naamwoord
-
gelassen bijvoeglijk naamwoord
-
unbeteiligt bijvoeglijk naamwoord
-
ungerührt bijvoeglijk naamwoord
-
unbewegt bijvoeglijk naamwoord
-
-
unberührt
-
unberührt
pur; jungfräulich; ganz; rein; unberührt; fehlerfrei; unbeschädigt; unverfälscht; unangetastet; unversehrt; unbefleckt-
pur bijvoeglijk naamwoord
-
jungfräulich bijvoeglijk naamwoord
-
ganz bijvoeglijk naamwoord
-
rein bijvoeglijk naamwoord
-
unberührt bijvoeglijk naamwoord
-
fehlerfrei bijvoeglijk naamwoord
-
unbeschädigt bijvoeglijk naamwoord
-
unverfälscht bijvoeglijk naamwoord
-
unangetastet bijvoeglijk naamwoord
-
unversehrt bijvoeglijk naamwoord
-
unbefleckt bijvoeglijk naamwoord
-
-
unberührt
unbenutzt; ungerührt; unbewegt; neu; ungebraucht; unangetastet; rein; ledig; leer; heil; frisch; gleichgültig; gelassen; unversehrt; intakt; unberührt; nichtig; freistehend; ungekünstelt; ungekürzt-
unbenutzt bijvoeglijk naamwoord
-
ungerührt bijvoeglijk naamwoord
-
unbewegt bijvoeglijk naamwoord
-
neu bijvoeglijk naamwoord
-
ungebraucht bijvoeglijk naamwoord
-
unangetastet bijvoeglijk naamwoord
-
rein bijvoeglijk naamwoord
-
ledig bijvoeglijk naamwoord
-
leer bijvoeglijk naamwoord
-
heil bijvoeglijk naamwoord
-
frisch bijvoeglijk naamwoord
-
gleichgültig bijvoeglijk naamwoord
-
gelassen bijvoeglijk naamwoord
-
unversehrt bijvoeglijk naamwoord
-
intakt bijvoeglijk naamwoord
-
unberührt bijvoeglijk naamwoord
-
nichtig bijvoeglijk naamwoord
-
freistehend bijvoeglijk naamwoord
-
ungekünstelt bijvoeglijk naamwoord
-
ungekürzt bijvoeglijk naamwoord
-