Duits

Uitgebreide synoniemen voor vereinzelt in het Duits

vereinzelt:

vereinzelt bijvoeglijk naamwoord

  1. vereinzelt
    selten; sporadisch; gelegentlich; vereinzelt
  2. vereinzelt
    freistehend; separat; einzeln; abgesondert; gesondert; getrennt; einzelstehend; alleinstehend; jeder für sich; vereinzelt

Alternatieve synoniemen voor "vereinzelt":


Verwante synoniemen voor vereinzelt