Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Geschäftlich:
  2. geschäftlich:
  3. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor geschäftlich (Duits) in het Engels

Geschäftlich:

Geschäftlich

  1. Geschäftlich
    the Work
    – An item that appears on the Call Forwarding On menu, which appears on the My Status menu. When the user selects Work, Communicator automatically forwards incoming calls to the number the user has published for his work phone. 1
    • Work [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. Geschäftlich
    the Work
    – A field for a contact's workplace telephone number, typically retrieved automatically from the corporate address book. 1
    • Work [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Geschäftlich:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Work Geschäftlich

geschäftlich:

geschäftlich bijvoeglijk naamwoord

  1. geschäftlich (kommerziell; wirtschaftlich; kaufmännisch; gewerblich; dienstlich)
    commercial
  2. geschäftlich (sachlich; nüchtern; objektiv; dienstlich)
    sober
    • sober bijvoeglijk naamwoord
  3. geschäftlich (berufsmäßig)
    professional
  4. geschäftlich (objektiv; sachlich; kalt; )
    objective; unbiased; impartial; neutral

Vertaal Matrix voor geschäftlich:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
commercial Reklame; Reklamefilm; Werbefilm; Werbespot; Werbung
neutral Freilauf
objective Absicht; Augenmerk; Bestimmung; Endziel; Endzweck; Plan; Planung; Reisebestimmung; Ziel; Zielsetzung; Zweck
professional Berufsspieler; Fachkraft; Fachleute; Fachmann; Profi; Profispieler
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
commercial dienstlich; geschäftlich; gewerblich; kaufmännisch; kommerziell; wirtschaftlich
impartial dienstlich; dürr; geschäftlich; kalt; nüchtern; objektiv; sachlich; unbestechlich; unparteiisch indifferent; neutral; unparteiisch
neutral dienstlich; dürr; geschäftlich; kalt; nüchtern; objektiv; sachlich; unbestechlich; unparteiisch indifferent; neutral; unparteiisch
objective dienstlich; dürr; geschäftlich; kalt; nüchtern; objektiv; sachlich; unbestechlich; unparteiisch
professional berufsmäßig; geschäftlich berufsmäßig; professionell
sober dienstlich; geschäftlich; nüchtern; objektiv; sachlich anspruchslos; bedeckt; einfach; gemäßigt; gemütlich; mäßig; nüchtern; sachlich; schlicht; sittsam; sparsam; ärmlich
unbiased dienstlich; dürr; geschäftlich; kalt; nüchtern; objektiv; sachlich; unbestechlich; unparteiisch

Synoniemen voor "geschäftlich":


Wiktionary: geschäftlich


Cross Translation:
FromToVia
geschäftlich commercial commercieel — zakelijk

Computer vertaling door derden: