Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
- geschäftlich:
-
Wiktionary:
- geschäftlich → commercieel
Duits
Uitgebreide vertaling voor geschäftlich (Duits) in het Nederlands
geschäftlich:
-
geschäftlich (kommerziell; wirtschaftlich; kaufmännisch; gewerblich; dienstlich)
commercieel; op winst gericht-
commercieel bijvoeglijk naamwoord
-
op winst gericht bijvoeglijk naamwoord
-
-
geschäftlich (sachlich; nüchtern; objektiv; dienstlich)
-
geschäftlich (berufsmäßig)
beroepsmatig-
beroepsmatig bijvoeglijk naamwoord
-
-
geschäftlich (objektiv; sachlich; kalt; nüchtern; dürr; dienstlich; unbestechlich; unparteiisch)
Vertaal Matrix voor geschäftlich:
| Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| beroepsmatig | berufsmäßig; geschäftlich | |
| commercieel | dienstlich; geschäftlich; gewerblich; kaufmännisch; kommerziell; wirtschaftlich | |
| nuchter | dienstlich; geschäftlich; nüchtern; objektiv; sachlich | lakonisch; nüchtern; sachlich |
| objectief | dienstlich; dürr; geschäftlich; kalt; nüchtern; objektiv; sachlich; unbestechlich; unparteiisch | |
| onpartijdig | dienstlich; dürr; geschäftlich; kalt; nüchtern; objektiv; sachlich; unbestechlich; unparteiisch | |
| Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| niet beschonken | dienstlich; geschäftlich; nüchtern; objektiv; sachlich | |
| op winst gericht | dienstlich; geschäftlich; gewerblich; kaufmännisch; kommerziell; wirtschaftlich |
Synoniemen voor "geschäftlich":
Wiktionary: geschäftlich
geschäftlich
adjective
-
zakelijk