Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Käfig:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Käfig (Duits) in het Engels

Käfig:

Käfig [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Käfig (Vogelkäfig; Verschlag; Vogelbauer)
    the cage; the birdcage
    • cage [the ~] zelfstandig naamwoord
    • birdcage [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Käfig (Verschlag)
    the lair; the hole; the burrow; the den
    • lair [the ~] zelfstandig naamwoord
    • hole [the ~] zelfstandig naamwoord
    • burrow [the ~] zelfstandig naamwoord
    • den [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. der Käfig (Vogelkäfig)
    the berth; the bird-cage
    • berth [the ~] zelfstandig naamwoord
    • bird-cage [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Käfig:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
berth Käfig; Vogelkäfig Ankerplatz; Liegeplatz; Liegewagen; Schlafwagen
bird-cage Käfig; Vogelkäfig
birdcage Käfig; Verschlag; Vogelbauer; Vogelkäfig
burrow Käfig; Verschlag Horst; Höhle; Nest; Spelunke
cage Käfig; Verschlag; Vogelbauer; Vogelkäfig Hütte; Stall; Verschlag
den Käfig; Verschlag Armenviertel; Baracke; Barackenviertel; Bruchbude; Bude; Elendviertel; Hütte; Schuppen; Slum
hole Käfig; Verschlag Anus; Arsch; Delle; Einschnitt; Hintern; Horst; Kerbe; Leck; Loch; Nest; Punktion; Riß; Schließmuskel; Spalte; Undichtigkeit; Vertiefung; undichte Stelle; Öffnung
lair Käfig; Verschlag Liegestuhl
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
burrow durchsuchen; durchwühlen; grabbeln; scharren; schnüffeln; wühlen
cage einpferchen; einsperren

Synoniemen voor "Käfig":


Wiktionary: Käfig

Käfig
noun
  1. Behälter oder Einrichtung, um Lebewesen gefangen zu halten, häufig mit einem Gitter versehen
Käfig
noun
  1. enclosure

Cross Translation:
FromToVia
Käfig cage kooi — een uit tralies of gaas gemaakt voorwerp dat een ruimte omsluit