Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Abrüstung:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Abrüstung (Duits) in het Engels

Abrüstung:

Abrüstung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Abrüstung (Demobilisierung)
    the demobilization; the demobilisation
  2. die Abrüstung (Entwaffnung; Abrüsten)
    the disarmament

Vertaal Matrix voor Abrüstung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
demobilisation Abrüstung; Demobilisierung Entlassung
demobilization Abrüstung; Demobilisierung Entlassung
disarmament Abrüsten; Abrüstung; Entwaffnung

Synoniemen voor "Abrüstung":


Wiktionary: Abrüstung

Abrüstung
noun
  1. Politik, Militär: Abbau des vorhandenen Waffenarsenals; Reduzierung der verfügbaren Rüstungsgüter
Abrüstung
noun
  1. the reduction of military forces and armaments