Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Abweisung:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Abweisung (Duits) in het Engels

Abweisung:

Abweisung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Abweisung (Verwerfung; Ablehnung; Verdammnis)
    the rejection; the condemnation; the dismissal
  2. die Abweisung (Verweigerung)
    the denial
    • denial [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Abweisung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
condemnation Ablehnung; Abweisung; Verdammnis; Verwerfung Verurteilung
denial Abweisung; Verweigerung Entsagen; Leuchnung; Leugnung; Selbstverleugnung; Verleugnung; Verweigerung
dismissal Ablehnung; Abweisung; Verdammnis; Verwerfung Abdanken; Abdankung; Abschied; Amnestie; Ausstoß; Ausstoßung; Diensentlassung; Entlassung; Freilassung; Freisetzung; Haftentlassung; Kündigen; Kündigung
rejection Ablehnung; Abweisung; Verdammnis; Verwerfung

Synoniemen voor "Abweisung":

  • Versagung

Wiktionary: Abweisung


Cross Translation:
FromToVia
Abweisung abdication; disownment abdicationaction de renoncer à une charge importante. — note Se dit en parlant de celui qui abdiquer et de la chose abdiquer.