Home ->Woordenboeken ->Duits/Engels ->Vertaal Dämon

Vertaal Dämon van Duits naar Engels

Overzicht

Duits naar Engels: Meer gegevens...

Dämon:
- teaser; tormentor; bully; terror; puck
Wiktionary:
- Dämon → demon, fiend
- Dämon → demon

Duits

Uitgebreide vertaling voor Dämon (Duits) in het Engels

Dämon:

Dämon [der ~] zelfstandig naamwoord

der Dämon (Quälgeist; Teufel; Unhold; Satan)
the teaser; the tormentor; the bully; the terror; the puck
- teaser [the ~] zelfstandig naamwoord
- tormentor [the ~] zelfstandig naamwoord
- bully [the ~] zelfstandig naamwoord
- terror [the ~] zelfstandig naamwoord
- puck [the ~] zelfstandig naamwoord
der Dämon (Satan; Teufel)
the tormentor; the teaser
- tormentor [the ~] zelfstandig naamwoord
- teaser [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Dämon:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bully	Dämon; Quälgeist; Satan; Teufel; Unhold	Bullenbeißer; Quälgeist; Tyrann
puck	Dämon; Quälgeist; Satan; Teufel; Unhold	Puck
teaser	Dämon; Quälgeist; Satan; Teufel; Unhold
terror	Dämon; Quälgeist; Satan; Teufel; Unhold	Angst; Greuel; Panik; Schaurigkeit; Schrecken; Terror; Widerwille
tormentor	Dämon; Quälgeist; Satan; Teufel; Unhold	Quälgeist
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bully		an der Kandare haben; an der Kandare halten; belästigen; brutal vorgehen; einschüchtern; martern; piesacken; plagen; quälen; schikanieren; schinden; streng behandeln; terrorisieren; triezen; tyrannisieren; wegekeln

Synoniemen voor "Dämon":

Antichrist; Beelzebub; Diabolo; Gottseibeiuns; Luzifer; Mephistopheles; Satan; Teufel
Flaschengeist; Ifrit; Luftgeist

Wiktionary: Dämon

Dämon

noun

veraltet, christliche Religion: Wesen das zwischen Mensch und Gott steht
- Dämon → demon
Angst machende Macht, böser Geist mit übermenschlichen Kraft
- Dämon → demon

Dämon

noun

demon
- fiend → Dämon; Dämonin
fallen angel or Satanic divinity
- demon → Dämon
evil spirit
- demon → Dämon

Cross Translation:

From	To	Via
• Dämon	→ demon	↔ démon — antiquité\|fr génie, esprit ou divinité, bon ou mauvais.