Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Eigenheit:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Eigenheit (Duits) in het Engels

Eigenheit:

Eigenheit [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Eigenheit (Eigentümlichkeit; Eigenartigkeit)
    the peculiarity

Vertaal Matrix voor Eigenheit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
peculiarity Eigenartigkeit; Eigenheit; Eigentümlichkeit Besonderheit; Eigenart; Eigentümlichkeit; Extravaganz; Fremdartigkeit; Sonderbarkeit

Synoniemen voor "Eigenheit":


Wiktionary: Eigenheit

Eigenheit
noun
  1. Merkwürdigkeit, Auffälligkeit , die jemand oder etwas aufweist
Eigenheit
noun
  1. peculiarity that serves to distinguish or identify
  2. language or behaviour particular to an individual or a group
  3. way of behaving or thinking
  4. peculiar state or occurrence

Cross Translation:
FromToVia
Eigenheit singularity singularité — Caractère singulier

Computer vertaling door derden: