Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Einzelhändler:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Einzelhändler (Duits) in het Engels

Einzelhändler:

Einzelhändler [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Einzelhändler
    the retailers
  2. der Einzelhändler (Detailhändler; Kleinhändler; Detailhändlerin; )
    the retailer
    • retailer [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Einzelhändler:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
retailer Detailhändler; Detailhändlerin; Detaillist; Einzelhändler; Kleinhändler; Kleinkrämer; Kleinwarenhändler; kleiner Unternehmer; mittelständischer Einzelhändler Detailhändler; Detailhändlerin; Geschäftsmann; Kleinhändler; kleine Unternehmer; kleine Unternehmerin; mittelständische Unternehmerin
retailers Einzelhändler

Synoniemen voor "Einzelhändler":


Wiktionary: Einzelhändler

Einzelhändler
noun
  1. der Einzelhändler verkauft seine Waren ohne weitere Be- oder Verarbeitung an die Verbraucher
Einzelhändler
noun
  1. retail sales company or salesman

Verwante vertalingen van Einzelhändler