Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Koller:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Koller (Duits) in het Engels

Koller:

Koller [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Koller (Furie; Wut; Raserei; )
    the fury; the rage; the frenzy
    • fury [the ~] zelfstandig naamwoord
    • rage [the ~] zelfstandig naamwoord
    • frenzy [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Koller (Unsinn; Quatsch; Blödsinn; )
    the nonsense; the rubbish; the gibberish

Vertaal Matrix voor Koller:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
frenzy Furie; Grimmigkeit; Koller; Raserei; Tobsucht; Verrücktheit; Wut Geilheit; Genußsucht; Hingebung; Inbrunst; Leidenschaft; Lust; Passion; Rausch; Unbändigkeit; Wahnsinn; Wollust; Zügellosigkeit
fury Furie; Grimmigkeit; Koller; Raserei; Tobsucht; Verrücktheit; Wut Erbitterung; Grimm; Raserei; Wut; Zorn
gibberish Blödsinn; Firlefanz; Geschwafel; Geschwätz; Koller; Larifari; Quatsch; Torheit; Unsinn; Unsinnigkeit; dummes Zeug Firlefanz; Gefasel; Geklatsch; Geleier; Geplapper; Gequassel; Gerede; Geschwafel; Geschwätz; Getratsch; Kauderwelsch; Klatschen; Larifari; Quatsch; Schwatz; Schwatzerei; Schäkerei; Torheit; Unsinn; dummes Zeug
nonsense Blödsinn; Firlefanz; Geschwafel; Geschwätz; Koller; Larifari; Quatsch; Torheit; Unsinn; Unsinnigkeit; dummes Zeug Blech; Blödsinn; Dummheit; Erfreulichkeit; Feudenruf; Firlefanz; Flause; Freude; Freudenfest; Freudentaumel; Frohsinn; Fröhlichkeit; Gaudi; Gefallen; Gefasel; Geklatsch; Genuß; Geplapper; Gequatsch; Gerede; Geschwafel; Geschwätz; Geselligkeit; Glückseligkeit; Heiterkeit; Jubel; Jux; Kauderwelsch; Klatsch; Käse; Larifari; Lust; Narrheit; Quatsch; Scherz; Schäkerei; Seligkeit; Spaß; Spaßen; Spleen; Torheit; Ulk; Unsinn; Vergnügen; Verrücktheit; dummes Zeug
rage Furie; Grimmigkeit; Koller; Raserei; Tobsucht; Verrücktheit; Wut Erbitterung; Fimmel; Grimm; Manie; Rage; Raserei; Wut; Zorn
rubbish Blödsinn; Firlefanz; Geschwafel; Geschwätz; Koller; Larifari; Quatsch; Torheit; Unsinn; Unsinnigkeit; dummes Zeug Abfall; Bruch; Gefasel; Geklatsch; Geleier; Geplapper; Gequatsch; Gerede; Geschwätz; Getratsch; Klatschen; Kram; Müll; Rommel; Rückständigkeit; Schund; Schutt; Schwachsinnigkeit; Schwatz; Schwatzerei; Schweinerei; Trümmer; Unsinnigkeit; Wahnsinn; Zurückgebliebenheit
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rage ausfahren; brüllen; donnern; ferkeln; fluchen; keifen; lärmen; poltern; rasen; sauen; schallen; schelten; schimpfen; toben; tosen; wettern; wüten
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gibberish kauderwelsch
rubbish etwas wertloses

Computer vertaling door derden: