Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Kontrolleur:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Kontrolleur (Duits) in het Engels

Kontrolleur:

Kontrolleur [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Kontrolleur (Fahnder; Aufsichtsbeamte; Inspektor; Inspekteur)
    the ticket inspector; the inspector; the examinator
  2. der Kontrolleur (Inspektor; Inspekteur)
    the inspector; the examiner

Vertaal Matrix voor Kontrolleur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
examinator Aufsichtsbeamte; Fahnder; Inspekteur; Inspektor; Kontrolleur
examiner Inspekteur; Inspektor; Kontrolleur Examinator; Forscher; Prüfer; Untersucher
inspector Aufsichtsbeamte; Fahnder; Inspekteur; Inspektor; Kontrolleur Beschauer; Waarenprüfer
ticket inspector Aufsichtsbeamte; Fahnder; Inspekteur; Inspektor; Kontrolleur

Synoniemen voor "Kontrolleur":


Wiktionary: Kontrolleur

Kontrolleur
noun
  1. person who checks passengers have a valid ticket