Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Mechaniker:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Mechaniker (Duits) in het Engels

Mechaniker:

Mechaniker [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Mechaniker (Schlosser; Monteur; Reparateur)
    the mechanic
    – a craftsman skilled in operating machine tools 1
    • mechanic [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Mechaniker (Reparateur; Wiederhersteller)
    the repairman
  3. der Mechaniker
    the mechanic
    • mechanic [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Mechaniker:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mechanic Mechaniker; Monteur; Reparateur; Schlosser Automechaniker; Automobilmechaniker; Automonteur; Autoschlosser
repairman Mechaniker; Reparateur; Wiederhersteller

Wiktionary: Mechaniker

Mechaniker
noun
  1. jemand der Maschinen, Bauteile und technische Geräte zusammen- oder auseinanderbaut, für deren Wartung oder Reparatur zuständig ist und deren Funktionstüchtigkeit überprüft
Mechaniker
noun
  1. a skilled worker capable of building or repairing machinery

Cross Translation:
FromToVia
Mechaniker mechanic mecanicien — werktuigkundige

Computer vertaling door derden: