Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Mitbewerber:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Mitbewerber (Duits) in het Engels

Mitbewerber:

Mitbewerber [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Mitbewerber (Konkurrent; Nebenbuhler; Rivale)
    the competitor; the contestant; the rival
  2. der Mitbewerber (Interessent; Kanditat)
    the candidate; the applicant; the interested party; the nominee; the bachelor
  3. der Mitbewerber
    the competitor
    – An entity that sells similar products or services and competes for the same customer segment. 1

Vertaal Matrix voor Mitbewerber:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
applicant Interessent; Kanditat; Mitbewerber Antragsteller; Antragstellerin; Anwärter; Anwärterin; Aspirant; Bewerber; Bittende; Ersucher
bachelor Interessent; Kanditat; Mitbewerber Junggeselle
candidate Interessent; Kanditat; Mitbewerber Anwärterin; Bewerber; Kandidat
competitor Konkurrent; Mitbewerber; Nebenbuhler; Rivale Gegenspieler; Gegner; Konkurrent; Rival; Rivale
contestant Konkurrent; Mitbewerber; Nebenbuhler; Rivale Beteiligte; Partizipant; Teilnehmer
interested party Interessent; Kanditat; Mitbewerber Interessent
nominee Interessent; Kanditat; Mitbewerber
rival Konkurrent; Mitbewerber; Nebenbuhler; Rivale Gegenspieler; Gegner; Konkurrent; Rival; Rivale
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bachelor alleinstehend; einzelstehend

Synoniemen voor "Mitbewerber":


Wiktionary: Mitbewerber

Mitbewerber
noun
  1. someone who competes