Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Roaming:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Roaming (Duits) in het Engels

Roaming:

Roaming

  1. Roaming (wandern; wechseln zu)
    to roam
    – To move between different environments and have the same user experience in both environments. 1
    • roam werkwoord (roams, roamed, roaming)
  2. Roaming
    the roaming
    – The process by which an SMS/Configuration Manager client changes its IP address such that it ends up in a site to which it is not assigned. Roaming exists to facilitate SMS/Configuration Manager clients in getting software distribution most efficiently. 1
    • roaming [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. Roaming (Roamingbetrieb)
    the roaming
    – The process of maintaining connectivity outside of one's usual service or coverage area. 1
    • roaming [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Roaming:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
roaming Roaming; Roamingbetrieb
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
roam Roaming; wandern; wechseln zu herumirren; herumreisen; herumschlendern; herumspazieren; herumstreifen; herumstreunen; herumtreiben; herumwandeln; irren; schwalken; schweifen; sichherumtreiben; streichen; streifen; streunen; trampen; umherschweifen; wandern
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
roaming herumreisend; umherstreifend; wandernd

Wiktionary: Roaming

Roaming
noun
  1. using a cell phone outside of its original registering zone

Computer vertaling door derden: