Schleim in het Engels vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Engels: Meer gegevens...

Schleim:
- mucus; slobber; saliva; spit; spittle; phlegm; gob; lump of spit
Wiktionary:
- Schleim → gruel, phlegm, slime, mucus, booger
- Schleim → mucus

Duits

Uitgebreide vertaling voor Schleim (Duits) in het Engels

der Schleim (Geifer; Sabber)
the mucus; the slobber
- mucus [the ~] zelfstandig naamwoord
- slobber [the ~] zelfstandig naamwoord
der Schleim (Speichel)
the saliva; the spit; the spittle
- saliva [the ~] zelfstandig naamwoord
- spit [the ~] zelfstandig naamwoord
- spittle [the ~] zelfstandig naamwoord
der Schleim (Speichel; Sabber)
the slobber
- slobber [the ~] zelfstandig naamwoord
der Schleim (Geröchel; Qualster)
the phlegm; the gob; the lump of spit; the spit
- phlegm [the ~] zelfstandig naamwoord
- gob [the ~] zelfstandig naamwoord
- lump of spit [the ~] zelfstandig naamwoord
- spit [the ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
gob	Geröchel; Qualster; Schleim
lump of spit	Geröchel; Qualster; Schleim
mucus	Geifer; Sabber; Schleim	Rotz; Schnotten
phlegm	Geröchel; Qualster; Schleim	Phlegma
saliva	Schleim; Speichel
slobber	Geifer; Sabber; Schleim; Speichel
spit	Geröchel; Qualster; Schleim; Speichel
spittle	Schleim; Speichel
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
slobber		geifern; sabbeln; sabbern; schleimen; trielen
spit		brechen; erbrechen; kotzen; sich erbrechen; sich übergeben; speien; spucken; übergeben

Schleim

noun

dickflüssige, breiartige Speise
- Schleim → gruel
zähflüssige, klebrige Masse, gebildet von Drüsen bei Mensch, Tier und Pflanze
- Schleim → phlegm; slime; mucus

Schleim

noun

slippery secretion
- mucus → Schleim
a piece of solid or semisolid mucus
- booger → Schleim; Rotz; Popel
mucus secreted in the bronchial passages
- phlegm → Schleim; Nasenschleim; Popel
-
- slime → Schleim

Cross Translation:

From	To	Via
• Schleim	→ mucus	↔ slijm — een kleverige stof die door slijmvliezen uitgescheiden wordt
• Schleim	→ mucus	↔ mucus — médecine\|fr mucosité, sécrétion visqueuse et translucide, produite par une muqueuse.