Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Schweißer:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Schweißer (Duits) in het Engels

Schweißer:

Schweißer [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Schweißer
    the welder
    • welder [the ~] zelfstandig naamwoord

Schweißer [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Schweißer
    the welders
    • welders [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Schweißer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
welder Schweißer
welders Schweißer

Wiktionary: Schweißer

Schweißer
noun
  1. Facharbeiter, der beruflich Schweißarbeiten durchführt
Schweißer
noun
  1. one who welds