Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Türschloß:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Türschloß (Duits) in het Engels

Türschloß:

Türschloß [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Türschloß (Schloß; Verriegelung)
    the lock; the door lock
    • lock [the ~] zelfstandig naamwoord
    • door lock [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Türschloß:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
door lock Schloß; Türschloß; Verriegelung
lock Schloß; Türschloß; Verriegelung Haarlocke; Haarschopf; Haarschöpfe; Kuhklaue; Locke; Löckchen; Schleuse; Schleusenwerk; Schleusenwerke; Sperre; Tolle
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lock abschliessen; abschließen; absperren; andrehen; anschrauben; anziehen; einsperren; festdrehen; festschrauben; schließen; sperren; verrammeln; verriegeln; verschließen; versperren; zudrehen; zumachen; zuschliessen; zusperren

Computer vertaling door derden: