Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Toxin:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Toxin (Duits) in het Engels

Toxin:

Toxin [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Toxin (Gift)
    the poison; the toxin; the venom; the virus
    • poison [the ~] zelfstandig naamwoord
    • toxin [the ~] zelfstandig naamwoord
    • venom [the ~] zelfstandig naamwoord
    • virus [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Toxin:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
poison Gift; Toxin
toxin Gift; Toxin Leichengift
venom Gift; Toxin
virus Gift; Toxin Ansteckungsstoff; Virus
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
poison anstecken; infizieren; vergiften; verseuchen

Synoniemen voor "Toxin":


Wiktionary: Toxin

Toxin
noun
  1. a toxic or poisonous substance

Computer vertaling door derden: