Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Tröstung:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Tröstung (Duits) in het Engels

Tröstung:

Tröstung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Tröstung (Trost; Vertröstung)
    the consolation; the solace; the comfort

Vertaal Matrix voor Tröstung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
comfort Trost; Tröstung; Vertröstung Behaglichkeit; Bequemlichkeit; Erleichterung; Ermunterung; Ermutigung; Gemütlichkeit; Geselligkeit; Häuslichkeit; Komfort; Trost; Zuspruch
consolation Trost; Tröstung; Vertröstung Anspornung; Ermunterung; Ermutigung; Zuspruch
solace Trost; Tröstung; Vertröstung Erleichterung; Linderung; Trost; aushilfe
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
comfort aufheitern; aufmuntern; aufrichten; ermuntern; ermutigen; trösten; unterstützen
solace aufheitern; aufmuntern; aufrichten; ermutigen; trösten

Synoniemen voor "Tröstung":


Wiktionary: Tröstung

Tröstung
noun
  1. cause of relief or satisfaction
  2. consolation

Computer vertaling door derden: