Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Unbeflecktheit:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Unbeflecktheit (Duits) in het Engels

Unbeflecktheit:

Unbeflecktheit [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Unbeflecktheit (Keuschheit)
    the chastity; the innocence; the immaculacy; the purity

Vertaal Matrix voor Unbeflecktheit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chastity Keuschheit; Unbeflecktheit Rechtschaffenheit; Sittsamkeit; Tugendhaftigkeit
immaculacy Keuschheit; Unbeflecktheit
innocence Keuschheit; Unbeflecktheit Einfachheit; Einfalt; Gutgläubigkeit; Kindlichkeit; Naivität; Schlichtheit; Unschuld; Unverdorbenheit
purity Keuschheit; Unbeflecktheit Anstand; Anständigkeit; Artigkeit; Ehrlichkeit; Fleckenlosigkeit; Höflichkeit; Keuschheit; Klarheit; Makellosigkeit; Reinheit; Sauberkeit; Schicklichkeit; Sittlichkeit; Sittsamkeit; Sprach ohne Fehler; Sprachreinheit; Tadelosigkeit; Unschuld