Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Unterscheidungsmerkmal:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Unterscheidungsmerkmal (Duits) in het Engels

Unterscheidungsmerkmal:

Unterscheidungsmerkmal [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Unterscheidungsmerkmal (Unterscheinungszeichen; Orden)
    the honour; the decoration; the knighthood; the order; the medal; the badge; the honor
    • honour [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
    • decoration [the ~] zelfstandig naamwoord
    • knighthood [the ~] zelfstandig naamwoord
    • order [the ~] zelfstandig naamwoord
    • medal [the ~] zelfstandig naamwoord
    • badge [the ~] zelfstandig naamwoord
    • honor [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans
  2. Unterscheidungsmerkmal (Abzeichen; Ehrenzeichen; Gestaltung; )
    the mark; the decoration; the insignia; the badge
    • mark [the ~] zelfstandig naamwoord
    • decoration [the ~] zelfstandig naamwoord
    • insignia [the ~] zelfstandig naamwoord
    • badge [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Unterscheidungsmerkmal:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
badge Abzeichen; Auszeichnung; Dekoration; Ehrenzeichen; Einkleidung; Einrichtung; Erkennen; Formgebung; Gestaltung; Orden; Unterscheidung; Unterscheidungsmerkmal; Unterscheinungszeichen Abzeichen; Anstecknadel; Erkennungsmarke; Gulden; Haarnadel; Marke; Münze; Nadel; Ordenszeichen; Pfennig; Pin; Spange; Stecknadel; Unterscheidungszeichen; Zeichen; kleine Nadel
decoration Abzeichen; Auszeichnung; Dekoration; Ehrenzeichen; Einkleidung; Einrichtung; Erkennen; Formgebung; Gestaltung; Orden; Unterscheidung; Unterscheidungsmerkmal; Unterscheinungszeichen Anstecknadel; Aufscchmuck; Ausschmückung; Ausstattung; Dekoration; Einrichtung; Haarnadel; Ordenszeichen; Putz; Schmuck; Stecknadel; Unterscheidungszeichen; Verzierung; Zeichen
honor Orden; Unterscheidungsmerkmal; Unterscheinungszeichen Aufwendung; Ehre; Ehrerbietung erweisen; Ehrgefühl; Gewinn; Kosten; Preis; Stolz
honour Orden; Unterscheidungsmerkmal; Unterscheinungszeichen Aufwendung; Ehre; Ehrerbietung erweisen; Ehrgefühl; Gewinn; Kosten; Preis; Stolz; ehrende Auszeichnung
insignia Abzeichen; Auszeichnung; Dekoration; Ehrenzeichen; Einkleidung; Einrichtung; Erkennen; Formgebung; Gestaltung; Orden; Unterscheidung; Unterscheidungsmerkmal Abzeichen; Anstecknadel; Haarnadel; Ordenszeichen; Stecknadel
knighthood Orden; Unterscheidungsmerkmal; Unterscheinungszeichen Adel; Ritterstand; Rittertum; Ritterwesen
mark Abzeichen; Auszeichnung; Dekoration; Ehrenzeichen; Einkleidung; Einrichtung; Erkennen; Formgebung; Gestaltung; Orden; Unterscheidung; Unterscheidungsmerkmal Abzeichen; Beurteilung; Brandzeichen; Erkennungszeichen; Kennzeichen; Markierung; Merkmal; Merkzeichen; Narbe; Note; Ringscheibe; Schießscheibe; Schmarre; Schmiß; Schulnote; Vermerk; Zahl; Zensur; Zielscheibe; Ziffer
medal Orden; Unterscheidungsmerkmal; Unterscheinungszeichen Erkennungsmarke; Gulden; Marke; Medaille; Münze; Orden; Pfennig; Unterscheidungszeichen; Zeichen
order Orden; Unterscheidungsmerkmal; Unterscheinungszeichen Anweisung; Auftrag; Befehl; Bestellung; Bändchen; Dienstbefehl; Dienstbefehle; Erlaß; Gebot; Gleichmäßigkeit; Heeresbefehl; Instruktion; Kommando; Lieferung; Ordnung; Regelmäßigkeit; Reihenfolge; Stapelreihenfolge; Symmetrie; Vollmachten; Weisung; Z-Reihenfolge; Zustellung; Zwangsbefehl; militärischer Befehl
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
honor Ehrfurcht bezeigen; achten; auszahlen; bekleiden; belohnen; besolden; bezahlen; ehren; entgelten; herausstreichen; hochachten; hochhalten; honorieren; huldigen; indenHimmelheben; innehaben; loben; lobpreisen; preisen; rühmen; segnen; vergüten; versehen
honour Ehrfurcht bezeigen; achten; auszahlen; bekleiden; belohnen; besolden; bezahlen; ehren; entgelten; herausstreichen; hochachten; hochhalten; honorieren; huldigen; indenHimmelheben; innehaben; loben; lobpreisen; preisen; rühmen; segnen; vergüten; versehen
mark abzeichnen; ankreuzen; anmerken; anstreichen; beschreiben; bezeichnen; brandmarken; charakterisieren; einbrennen; kennzeichnen; markieren; merken; stempeln; stigmatisieren; unterstreichen; zeichnen
order Herr sein über; Maßregeln treffen; anfordern; ankündigen; anordnen; anrücken; ansagen; auftragen; austragen; beauftragen; befehlen; beherrschen; bekanntmachen; bestellen; diktieren; einen Brief diktieren; eingeben; einordnen; einteilen; erlassen; etwas erlaßen; führen; gebieten; heranrücken; herrschen; herrschen über; inOrdnungbringen; insHausliefern; katalogisieren; klassifizieren; kommandieren; kontrollieren; leiten; lenken; liefern; ordnen; regeln; regieren; senden; steuern; verlesen; verordnen; vorschreiben; zustellen

Computer vertaling door derden: