Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Verirrung:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Verirrung (Duits) in het Engels

Verirrung:

Verirrung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Verirrung (Dummheit; Schnitzer; Fehler; )
    the blunder
    • blunder [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Verirrung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blunder Bock; Dummheit; Enormität; Fehler; Fehlgriff; Fehlschlag; Fehlschläge; Fehlschuß; Fehlschüsse; Irrtum; Mangel; Mißerfolg; Mißgriff; Schnitzer; Schwäche; Verfehlung; Verirrung; Versehen; Verstoß Brüller; Dummheit; Fehler; Fehlgriff; Fehlschlag; Fehlschläge; Fehlschuß; Irrtum; Mißerfolg; Mißgriff; Schnitzer; Verfehlung; Versehen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blunder ausgleiten; ausrutschen; gleiten; glitschen; plappern; schlittern; schnitzeren

Synoniemen voor "Verirrung":


Wiktionary: Verirrung


Cross Translation:
FromToVia
Verirrung aberration; aberrance aberrationécart d’imagination, erreur de jugement ; absurdité.