Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Verschlechterung:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Verschlechterung (Duits) in het Engels

Verschlechterung:

Verschlechterung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Verschlechterung
    the deterioration; the aggravation; the depravation; the worsening; the change for the worse
  2. die Verschlechterung
    the deterioration; the aggravation; the worsening; the change for the worse
  3. die Verschlechterung (Verfall; Verderb; Verluderung)
    the deterioration; the depravation
  4. die Verschlechterung (Verwesung; Abstieg; Rückgang; )
    the deterioration; the putrefaction; the decay; the rotting

Vertaal Matrix voor Verschlechterung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aggravation Verschlechterung anspitzen
change for the worse Verschlechterung
decay Abstieg; Fäule; Rückgang; Schimmel; Verderb; Verfall; Verluderung; Verschlechterung; Verwesung Entartung; Entstellung
depravation Verderb; Verfall; Verluderung; Verschlechterung Entartung; Verderb; Verfall; Verluderung
deterioration Abstieg; Fäule; Rückgang; Schimmel; Verderb; Verfall; Verluderung; Verschlechterung; Verwesung Abfaulen; Degeneration; Entartung; Entstellung; Verderb; Verfall; Verluderung
putrefaction Abstieg; Fäule; Rückgang; Schimmel; Verderb; Verfall; Verluderung; Verschlechterung; Verwesung
rotting Abstieg; Fäule; Rückgang; Schimmel; Verderb; Verfall; Verluderung; Verschlechterung; Verwesung Abfaulen; Auflösung; Verfall; Verwesung
worsening Verschlechterung
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
decay abfaulen; ausfaulen; baufällig werden; faulen; verfallen; verfaulen; vergehen; verkommen; wegfaulen; zerfallen; zusammenfallen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rotting faulend; morsch; verfaulend; vergammelnd; verrottend

Synoniemen voor "Verschlechterung":


Wiktionary: Verschlechterung

Verschlechterung
noun
  1. ZustandÄnderung zum schlecht
Verschlechterung
noun
  1. state of condition opposite success