Duits

Uitgebreide vertaling voor abnehmend (Duits) in het Engels

abnehmend:

abnehmend bijvoeglijk naamwoord

  1. abnehmend
    diminishing; declining; reducing; decreasing
  2. abnehmend
    decreasing; diminishing; fading; declining; abating; weakening; subsiding; lessening

abnehmend werkwoord

  1. abnehmend (schwindend)
    diminishing; to shrink

Vertaal Matrix voor abnehmend:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
declining Abschlagen; Abweisen; Zurückweisen
diminishing Abnahme; Verkleinerung; Verminderung; Verringerung; weniger werden
fading Abschwächung; Ermattung; Erschlaffung; Erschöpfung; Nachlassen; Schwundeffekt; Schwächung; Verfärbung
lessening Abnahme; Verminderung; weniger werden
shrink Psychiater
subsiding Wegsacken
weakening Abfallen; Abnehmen; Abschwächen; Abschwächung; Auszehrung; Entkräftung; Schwächer werden; Schwächung; Vermindern; Verminderung; Verringerung
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
diminishing abnehmend; schwindend
shrink abnehmend; schwindend abnehmen; einschrumpfen; geringer werden; mindern; reduzieren; schlechter werden; schrumpfen; schwinden; verkleinern; vermindern; verringern; weniger werden; zurückfahren; zurückgehen; zurückprallen; zurückscheuen; zurückschrecken; zurückzaudern; zurückzucken; zusammenschrumpfen
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
decreasing abnehmend
diminishing abnehmend schwächer werdend; vergilbend
weakening abnehmend schwächer werdend
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
abating abnehmend
declining abnehmend abfällig; schwächer werdend; sinkend
fading abnehmend schwächer werdend
lessening abnehmend
reducing abnehmend reduzierend
subsiding abnehmend

Synoniemen voor "abnehmend":

  • mancando; nachlassend; Tonstärke u. Tempo zurücknehmend